|
Alevieten
Hoe moeilijk het is om de Alevieten zo compleet mogelijk te beschrijven, komt pas goed naar voren als men met enkele Alevieten praat. Een verscheidenheid aan inzichten, opvattingen en invalshoeken zijn te bespeuren. Enkele van deze perspectieven zijn echter algemeen geaccepteerd onder deze groepen. Zo zijn de dogma’s van vijfmaal per dag bidden, vasten tijdens de Ramadan en op pelgrimtocht naar Mekka niet verplicht volgens Alevieten.
Alvorens in te gaan op de verschillende stromingen binnen de Alevitische groepen, moet eerst nog de plaatsing ervan binnen de islam duidelijk zijn. Maar ook dit is geen gemakkelijke opgave. Vaak worden de Alevieten gezien als een substroming binnen de sjiitische stroming van de islam. Maar alhoewel er enkele overeenkomsten zijn, lijkt dit vooralsnog te voorbarig. De sjiieten vormen ongeveer 10% van de moslims, terwijl het overgrote deel ervan (respectievelijk 90%) zichzelf soenniet beschouwt. Het belangrijkste verschil is dat de sjiieten een grotere rol toeschrijven aan de neef van de islamitische profeet Mohammed, dan de soennieten. Alhoewel het erg moeilijk is om de tweesplitsing zo in één regel samen te vatten, vallen de meeste verschillen te herleiden tot deze zin.
Nu zijn er echter binnen de sjiieten ook weer onderlinge meningsverschillen te vinden, die dermate uiteenlopen dat men net zo makkelijk zou kunnen spreken van een substroming als van een aparte stroming binnen de islam.(1) Zo ook met de Alevieten, die vrijwel allemaal in Turkije en enkele aangrenzende gebieden resideren. Wat meteen zeer opvalt bij de Alevieten is hun liberale en humane gedachtegoed, wat bij sjiieten (en ook soennieten) soms ver te zoeken is. Ook hierdoor is er geen samenhorigheidsgevoel tussen de Perzische sjiieten en Turkse Alevieten. Want waar de Alevieten vooral beïnvloed lijken door de Turks-Osmaanse culturen, zijn de sjiieten duidelijk Perzisch georiënteerd. Hiermee is uiteraard niks gezegd over de etniciteit of nationaliteit van de sjiieten en Alevieten. Azerbeidzjaanse Turken in Iran kunnen een focus hebben op de sjiietisch-Perzische cultuur, terwijl Syrische Alevieten in Turkije meer gemeen hebben met de Turks-Anatolische cultuur. Etniciteit en nationaliteit zijn in dit geval van ondergeschikt belang, alhoewel ook daar de nodige uitzonderingen zijn. Zo hebben de sjiietische Azerbeidzjanen uit Azerbeidzjan meer gemeen met de Hanefi-soennitische Turken uit Turkije dan met de Perzische sjiieten uit Iran. Het aspect van onderlinge verwantschap, zowel cultureel als linguïstisch, speelt een grote rol bij de Turks-Azerbeidzjaanse verstandhouding.
Dit gezegd te hebben, moet nogmaals herhaald worden dat Alevieten bekend staan als de meest verlichte moslims van de islam. Waar binnen de soennitische stroming de Hanefi-moslims, één van de vier grote soennitische leerscholen, bekend staan als het meest verlicht en tolerant, is het niet vreemd dat beide groepen hun basis in Turkije hebben. Een overgroot merendeel van de Hanefi-moslims, alsmede vrijwel alle Alevieten hebben hun thuisbasis in Anatolië of voormalige Turks-Osmaanse gebieden. Dit verklaart ook waarom Alevieten pre-islamitische elementen hebben die eerder door sjamanistische Turken werden gebruikt. Denk hierbij aan de spirituele dansen van semah, het gebruik van vuur en een optie dat alles een ziel heeft (inclusief planten, bomen en andere natuurverschijnselen), waardoor ook reïncarnatie tot de mogelijkheden kan behoren. Dit alles maakt het Alevitisme net zo verschillend van de sjiieten als van de soennieten, omdat dit in beide hoofdstromingen niet voorkomt. Het enige aspect is de verwevenheid met de Turkse-sjamanistische elementen uit Centraal Azië. Volgens vele geleerden zou dit ook de naam ‘Alevi’ verklaren, namelijk van het oer-Turkse woord ‘alev’ wat vuur betekent en een centraal rol speelde in de religie van Turken in Centraal Azië. Hiernaast is er nog één aanzienlijke theorie over de naam Alevieten. Het zou een verbastering zijn van het Turkse ‘Ali evi’, oftewel ‘het Huis van Ali’; de neef van de profeet Mohammed. Het Turkse ‘Ali evi’ wordt ook nog in het Arabisch gebruikt als ‘Alawi’, een verbastering van het voorgaande Turkse woord voor huis (‘ev’) met de naam Ali. Ook dit geeft de invloeden van de Turkse taal en cultuur op het Alevitisme aan, hiermee niet gezegd te hebben dat Alevieten thans allemaal geturkificeerd zijn. Een mooi voorbeeld om te illustreren dat dit niet het geval is, zijn de Arabische minderheden in Turkije.
Deze minderheden wonen vooral in wijken van Mersin, Adana en Hatay, waar ze de Nusayri-tak van het Alevitisme volgen. De Nusayri-Alevieten staan ook, of wellicht nog meer, bekend als de Arabische Alevieten (‘Arap Aleviler’). Dit omdat een groot deel van deze Alevieten net over de Turks-Syrische grens woont. Van de in totaal drie miljoen Nusayri woont 2,5 miljoen in Syrië terwijl de rest in de Turkse steden Mersin, Adana en Hatay gevestigd is. Alhoewel de groep in Syrië uitsluitend Arabisch spreekt, is dat in Turkije anders. De oudere generatie spreekt ook in Turkije nog uitsluitend Arabisch, terwijl de latere generaties een mengelmoes van beide talen spreken. Deze groep heeft thans zijn billinguïstische kwaliteiten doen gelden, maar dit lijkt vooralsnog niet aan te slaan op de jongste generatie Nusayri die vrijwel uitsluitend Turks spreken.(2)
Ook de Nusayri zijn echter niet duidelijk in te delen onder het Alevitisme, net zoals het Alevitisme niet makkelijk te classificeren is onder de sjiitische islam. Net als bij het Alevitisme zorgen de belijders deels zelf voor deze verwarring, anderzijds ligt het aan de overkoepelende naam die niet altijd van toepassing is. Van allebei zijn gemakkelijk voorbeelden te noemen, het is echter moeilijk om de waarde ervan in te schatten om het zo in perspectief te kunnen plaatsen. Zo kreeg ik bij een Aleviet op de vraag of hij zichzelf als sjiiet zag, als antwoord: “Nee, ik ben geen moslim. Ik ben Aleviet.”
Er zijn echter drie mogelijkheden waarom dit gezegd werd:
1. Om zich af te zetten tegen de soennitische meerderheid, waarvan een radicale minderheid alle niet-soennieten beschouwt als ketters en in het ergste geval als ‘valse moslims’. Dat dit kan ontaren in een anti-Alevitisch hetze lieten de Grijze Wolven in 1978 zien.(3)
2. Onwetendheid.
3. Men gelooft echt dat Alevitisme zo uniek is dat het buiten de andere religies valt.
Nu gaat dat deels ook op voor Nusayri, onderzoek deed enkele opmerkelijke stellingen naar voren komen.
Zo kunnen we ook concluderen dat de overkoepelende naam ‘Alevieten’ eigenlijk het idee geeft van vrij homogene kenmerken binnen de groep, terwijl het een sterk streekgebonden en interculturele vermenging met zich meebrengt. Juist het humane idee dat de Alevieten uitstralen dat niks moet (zelfs niet vasten tijdens de Ramadan, vijfmaal per dag bidden en op pelgrimage) maar alles mag, zorgt ervoor dat religieuze opvattingen kunnen veranderen van generatie op generatie. En nog sterker van gebied op gebied, waardoor een algemeen beeld schetsen van Alevieten moeilijk wordt, precies door hun liberaal-humaan gedachtegoed over de islam.
Het zijn echter vooral de ideeën rondom de Koran of reïncarnatie die radicale soennieten niet kunnen uitstaan aan verschillende Alevitische groepen. Zo zouden Alevieten eerder open staan om verzen uit de Koran tegen te spreken of als incompleet te zien, dit terwijl volgens sommige soennieten het tegenspreken van de Koran gelijk staat aan het afwijzen van de islam in zijn geheel. Door deze soennieten is in het verleden vaak gebruik gemaakt van zwartmakerij om de Alevieten in een kwaad daglicht te stellen. Zo beweerde een vrouwelijk lid van de Grijze Wolven dat Alevieten hun gebedshuizen (‘Cemevi’) gebruikten voor incestueuze orgieën tussen grootouders, ouders en kinderen. Uiteraard was dit niet te staven en bleek het een poging tot polarisering. Dat Grijze Wolven dit in het verleden deden met geweld, bleek uit Kahramanmaraş in 1978 toen er massale aanvallen plaatsvonden op Alevitische en Republikeinse wijken door leden van de ultranationalistische Grijze Wolven. Anno 2009 lijkt de situatie verbeterd en blijkt de huidige leider van de Grijze Wolven ook een Aleviet te zijn.
Ook in het verleden werden Alevieten wel eens gezien als zondebok, in de zestiende eeuw ging het om de oorlog tussen soennitische Osmanen en sjiietische Perzen. De Alevieten werden door de toenmalige Osmaanse sultan Yavuz Sultan Selim (1512-1520) gewantrouwd wegens hun religieuze verwantschap met sjiieten. Aan beide kanten van de grens werden de minderheden (dat wil zeggen de soennieten in het Perzische Rijk en de Alevieten/sjiieten in het Osmaanse Rijk) gereloceerd van het oorlogs- en grensgebied. Later zou de Osmaanse sultan Abdülhamit II (1876-1909) vanuit islamitische redenen een strenge assimilatiepolitiek voeren ten opzichte van de Alevieten. De intolerante houding van Abdülhamit jegens niet-soennieten was één van de redenen dat de Jong Turken in 1908 ingrepen en Abdülhamit afdwongen tot aftreden. De Jong Turken waren een groep jonge talentvolle officieren binnen het Osmaanse Rijk, die een modernisering en liberalisering van de Osmaanse samenleving nastreefden. De latere oprichter van Turkije, Mustafa Kemal Atatürk, zou in het begin ook sympathie hebben gehad voor deze Jong Turken maar zich nooit actief erbij aangesloten hebben. Wel nam Atatürk enkele ideeën van de Jong Turken over, toen hij in 1923 de Republiek Turkije oprichtte. Eén van de pijlers was vrijheid van religie en een strenge secularisatie van de staat. De Alevieten zagen hiermee hun rechten als minderheden verankerd worden in de Turkse grondwet en werden zo één van de meest fanatieke aanhangers van Atatürk. Een ontwikkeling die ook momenteel nog aan de orde is, al sinds 1923 blijken de gebieden waar Alevieten in de meerderheid zijn veelal voor de CHP te stemmen. De CHP (De Republikeinse Volkspartij) was tenslotte de politieke partij die Atatürk zelf had opgericht en die tot op heden uitgaat van ‘de zes pijlers van Atatürk’, waaronder vrijheid van religie en een strenge secularisatie.
Al met al is met dit korte artikel geprobeerd weer te geven hoe divers en uniek de Alevitische groepen zijn, overigens net zo heterogeen als de soennieten met hun vele leerscholen. Het enige verschil is echter dat de Alevieten verlichter denken dan menig soennitische groeperingen. Zoals de Hanefi-soennitische Turken bekend staan als de tolerante moslims binnen de soennitische hoofdstroming, staan de Alevieten bekend om hun openhartige en moderne benadering van probleemstellingen. Hiermee doel ik vooral op minder rigide opvattingen over de Koran, die volgens Alevieten makkelijker aangepast en opgevat kunnen worden.
Armand Sağ
16 mei 2009
© Armand Sağ 2009
1. De controverse tussen sjiieten onderling bleek na de uitstekende documentaire van Anthony Thomas genaamd ‘The Qur’an’, later ook nog uitgebracht als ‘Interpreting the Kuran’. Alhoewel er ook tevreden sjiieten waren, waren er ook andere sjiitische groepen die diep beledigd waren met de documentaire.
2. Alford Peter Andrews, Türkiye'de Etnik Gruplar (Vertaald door Mustafa Küpüşoğlu; İstanbul 1999) p. 215-216
3. Bij de ‘Kahramanmaraş-massamoorden’ vielen bij aanvallen van Grijze Wolven op Alevieten en Republikeinen (van de politieke partij CHP) officieel 105 doden, 176 gewonden en ook nog eens 210 vernielde huizen en 70 geplunderde winkels. Onofficiële cijfers hebben het over meer dan 500 doden, vast staat echter dat het de grootste moordpartij in de geschiedenis van de Republiek Turkije is.
|