Armand Sağ
Link
 

 

Democratie?
   
 

Democratie?

Iedereen is het erover eens dat democratie het beste systeem in de wereld is, maar is dat wel zo? Wat is eigenlijk de essentie van democratie? Om deze vragen beter te kunnen beantwoorden is het van belang de ware betekenis in de ontstaansgeschiedenis van deze term te bekijken.

Welnu, de essentie van democratie schuilt in de twee Oud-Griekse woorden “demos” en “crateo” die  ten grondslag liggen aan wat wij hedendaags ervaren alszijnde democratie. Demos betekent namelijk ‘volk’ en crateo betekent ‘heersen’, het betekent dus zoveel als ‘het volk heerst’. Echter, zou men het tegenwoordig aan een willekeurig voorstander van democratie vragen wat het precies inhoudt, dan zou deze hoogstwaarschijnlijk verwijzen naar de waarborging van de rechten van de minderheden.

De vraag waar deze algemeen geaccepteerde uitleg van de term democratie van is afgeleid, komt dan direct bij iemand op. Nou, ik zal u haarfijn uitleggen waarom ik met precies hetzelfde dilemma zit. Democratie is een regeervorm wat door de Oude Grieken is toegepast in de zesde eeuw voor Christus. Het was de Atheense staatsman Clisthenes die voor het eerst een radicale verandering teweeg bracht en het volk meer bevoegdheden gaf. Het systeem wat Clisthenes realiseerde werd ‘democratie’ genoemd. Het was dit systeem welke tijdens de renaissance en wetenschappelijke revolutie opnieuw aandacht kreeg in Europa. Uiteindelijk werd het zelfs weer toegepast in West-Europa gedurende de achttiende en negentiende eeuw.

Het grote verschil zien we hier weer terugkomen, want de democratie die gedurende de achttiende en negentiende eeuw werd ingevoerd, is totaal anders dan de Atheense bestuursvorm van Clisthenes. De verwijzing naar de democratie van 600 voor Christus lijkt op niks anders dan een mythevorming van ‘de invoering van de puurste bestuursvorm die al duizenden jaren bestaat’. Want het gaat in beginsel om twee compleet andere bestuursvormen die niet eens de naam “democratie” verdienen. Het gebruik van het eeuwenoude begrip ‘democratie’ doet een modern marketingtruc vermoeden; “democratie, since 600 B.C.”.

De verschillen tussen beide democratieën zijn enorm, de bestuursvorm onder Clisthenes erkende alleen de rechten van de Atheense staatsburgers en dan ook nog eens alleen de mannelijke. Dit betekende slecht nieuws voor de slaven, vrouwen, jongeren, armen en metoiken (oftewel vreemdelingen), die niet mochten stemmen of deelnemen aan het proces van democratie. Verder was er ook het octracisme, wat vrij vertaald het ‘schervensysteem’ inhield. Hierbij mocht elke mannelijke staatsburger van Athene een naam, waarvan zij dachten dat die persoon niet deugde, op een stuk scherf schrijven en welke naam het meest opgeschreven werd, moest weg. De persoon die verbannen werd, mocht voor een periode van tien jaar niet meer terugkeren naar Athene. In praktijk ging het vooral om politieke staatsmannen, maar men moet niet vergeten dat zelfs de grondlegger van democratie, Clisthenes, de dupe werd van het octracisme. Clisthenes werd namelijk zelf ook verbannen door de jaloerse aristocraten, onder leiding van Isagoras, die een groot deel van hun macht moesten inleveren aan het volk. Hierna brak er een korte maar hevige strijd uit tussen aanhangers van Isagoras en Clisthenes, waarbij zelfs de Spartaanse koning Cleomenes zich inmengde door Isagoras te steunen. Het mocht allemaal niet baten want de aanhangers van Clisthenes wonnen. Desalniettemin laat dit zien dat democratie in die tijd niks anders was dan de wil van de meerderheid. Met mensen die het er niet mee eens waren, zoals Isagoras, werd geen rekening gehouden. In sommige gevallen werden deze mensen simpelweg gedood. Waarom men tegenwoordig dan steevast verwijst naar ‘de rechten van de minderheden’ als maatstaaf voor democratie, is mij dan ook een compleet raadsel.

Clisthenes voerde democratie beslist niet in om de rechten van de minderheden te beschermen, maar wilde simpelweg tirannie verbannen uit de Atheense samenleving. Minderheden hadden daarbij niks te zeggen, dit fenomeen kwam pas later met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens in 1948. De rechten van de mens, ook voor minderheden, kwam dus ruim 2500 jaar later dan democratie. De verwarring is dan ook compleet als men democratie ziet als het begin van de mensenrechten en waarborging van de minderheden.

Ik wil best geloven dat democratie op dit moment het beste systeem is qua waarborging en bescherming van de rechten en plichten van de mens en minderheden in het bijzonder, echter heeft dit niks te maken met de bestuursvorm van democratie maar meer met de constitutie. Constituties werden ingevoerd tegen het eind van de achttiende eeuw door verschillende landen onder invloed van de Verlichting; te weten Polen op 3 mei 1791, Frankrijk op 3 september 1791 en de Verenigde Staten van Amerika op 17 september 1787. Het waren deze constituties, oftewel grondwetten, die van uiterst belang waren voor de verdere ontwikkeling van de mensenrechten. Democratie had hier verder niks meer mee te maken, je hebt tenslotte democratieën die functioneren zonder constituties (zoals Groot-Brittannië) en dictaturen die functioneren met een constitutie. Clisthenes zelf zou ook raar opkijken dat we juist zijn systeem gebruiken om de minderheden te beschermen en verder ook de vrijheid van meningsuiting zien als een gevolg van democratie. Want was het niet de grote filosoof Socrates die ter dood veroordeeld werd in hetzelfde democratische Athene wegens zijn filosofische gedachtegoed en mening? Deze strookte namelijk niet met de mening en gedachtegoed van de meerderheid in Athene. Democratie in het antieke Athene was nu eenmaal niks anders dan een tirannie van de meerderheid, precies zoals de andere grote filosoof Plato het beschreef.

Het is dan ook frappant dat we nu geluiden horen van mensen* dat “we moeten oppassen dat democratie geen tirannie van de meerderheid wordt”, want dat was juist de essentie toen democratie ingevoerd werd door Clisthenes. Hij wilde tirannie van alleenheersers, waarbij een groot gedeelte van de Atheense bevolking benadeeld werd, voorkomen en wel door de macht bij een groot gedeelte van het Atheense volk neer te leggen. Zodoende ontstond er een tirannie, ditmaal niet van een individu, maar van het volk zelf ten opzichte van vreemdelingen, vrouwen, slaven, jongeren en armen. Door romantische overleveringen uit de renaissance en overdrijving van de antieke oudheid zien we dit soort ‘details’ nu door de vingers en bestempelen we democratie tot het beste bestuurssysteem ter wereld. Het mag geen verrassing heten dat ik het hier totaal niet mee eens ben.

Ik zou de huidige bestuursvormen die kenners een democratie noemen, beslist geen democratie noemen omdat ik daarbij denk aan de historische lading van democratie waarbij er sprake is van tirannie van de meerderheid om tirannie van individuen te voorkomen. Dit doel is nu niet meer van toepassing, het huidige doel is de bescherming van minderheden en het volk in het algemeen. Hierbij wordt vertrouwd op het feit dat de meerderheid van het volk de eerdergenoemde waarborging hoog in het vaandel heeft staan (hierbij wordt voor het gemak het voorbeeld van Hitler en Mussolini, dat de meerderheid van het volk niet altijd deze waarden naleeft, door de vingers gezien). Hierdoor zou ik beide bestuursvormen, te weten democratie van Clisthenes en democratie in de twintigste eeuw, beslist niet onder dezelfde noemer stellen. Indien een ideologie, zoals democratie, zich verder ontwikkeld en zichzelf aanpast in die mate dat het in geen verhouding staat met zijn oorspronkelijke doel, dan verdient het in mijn optiek ook een geheel andere terminologie. Hierbij verwijs ik graag naar de vele subvormen van socialisme die bij het minste en geringste al een andere naam krijgen toebedeeld: marxisme, communisme, stalinisme, leninisme, maoïsme, titoïsme, anarchisme (of anarchocommunisme) en trotskisme. Hetzelfde geldt voor vormen van ultranationalisme en dictatuur, die al gauw namen krijgen als monarchie, fascisme en nationaal-socialisme. Waarom is dat niet het geval met democratie?

Door de term ‘democratie’ aan te houden voor zowel het systeem van Clisthenes (waarbij er geen oog was voor de verschillende minderheden en/of mensenrechten) als voor het huidige kiesstelsel, waarbij alle denkbare vormen aanwezig zijn, is er een sterk geval van inconsistentie ontstaan. Een democratie kan, als we kijken naar de huidige uitvoering, zowel een monarchie met constitutie zijn als zonder. Een democratie kan voorkomen binnen een republiek, maar ook binnen communistische staten. Hoe kan dit allemaal zou je zeggen? En dat is precies ook mijn vraag.

Clisthenes zelf zou gruwelen bij de gedachte dat zijn bestuursvorm van ‘anti-erfopvolging’** uitgeoefend werd door monarchieën, zoals in Nederland. Zijn democratie was juist gericht tegen het feit dat er koningen/tirannen/alleenheersers/dictatoren aan het hoofd stonden van het volk. Waarom het dan juist deze landen zijn, die proclameren democratie ten beste te vertegenwoordigen is een zeer ironische vertekening van zaken. Begrijp me niet verkeerd, ikzelf ben geen voorstander van democratie zoals ik het historisch erken. Noch ben ik een voorstander van het gepruts van tegenwoordig wat ook onder de noemer ‘democratie’ wordt gezet, geheel onterecht naar mijn mening uiteraard. Maar om de woorden van Winston Churchill aan te halen: “Democratie is de ergste bestuursvorm ooit, afgezien van alle andere bestuursvormen die al geprobeerd zijn.”

Net als Plato en Churchill*** ben ook ik geen groot voorstander van democratie, echter ben ik wel voor het waarborgen van mensenrechten (minderheid of niet). Dit zou ik dan ook geen ‘democratie’ noemen, maar liever mijn nieuwe term van ‘mensenisme’. Of dit bereikt wordt door democratie of een ander bestuursvorm is voor mij niet relevant, alhoewel het in mijn ogen wel de minst slechte bestuursvorm is die we momenteel voor handen hebben tussen alle andere mislukte bestuursvormen.



Armand Sağ

19 juli 2008

© Armand Sağ 2008

* Onder andere de socioloog Emre Kongar is een fervent gebruiker van de term ‘tirannie van de meerderheid’ om zich te verzetten tegen partijen die een absolute meerderheid behalen binnen het parlement en zo hun eigen programma kunnen doordrukken.
** Tevens vond er bij de oude Romeinen een incident plaats waarbij de koning weggejaagd werd ten faveure van een gekozen leider, dit werd ‘republiek’ genoemd oftewel “res publica” wat ‘onze zaak’ betekent in het Latijn. Dit had grote overeenkomsten met het systeem van Clisthenes en was tevens ook fel anti-erfopvolging en juist pro-gekozen machthebbers.
*** Een ander mooi citaat van Winston Churchill (1874-1965) tegen democratie luidt als volgt: “Het beste argument tegen democratie is om een gesprek van vijf minuten aan te knopen met een gemiddeld persoon die stemgerechtigd is om te stemmen.”

 

Copyright ElaDesign (disclaimer)