|
Hoe kan het Koerdisch vraagstuk opgelost worden?
Alvorens deze vraag gesteld kan worden, moet men het probleem op een adequate manier kunnen benoemen. Volgens sommige fanatiekelingen is er in Turkije sprake van doelbewuste en systematische uitsluiting van Turkse burgers met een Oost-Anatolische en/of Koerdische achtergrond.
In hoeverre is dit echter juist? Als we geheel objectief kijken naar de actualiteit in Turkije, dan zien we dat de Turkse politiek juist zeer Oost-Anatolisch georiënteerd is. De nieuwe voorman van de Republikeinse Volkspartij (Cumhuriyet Halk Partisi) Kemal Kılıçdaroğlu komt namelijk uit Tunceli, hiernaast is hij hoogstwaarschijnlijk ook Alevitisch. Zelf wil hij geen uitspraken doen over zijn religie of zijn afkomst, wat natuurlijk ook het meest politiek correcte is in een land zoals Turkije waar populisme afkomst alsmede religieuze normen en waarden misbruikt.[1]
Kılıçdaroğlu is echter zeer zeker geen uitzondering in de Turkse politiek; de CHP is van oudsher één van de machtigste partijen van Turkije en, na de regerende AKP partij, de grootste politieke partij van Turkije. Maar ook andere partijen worden momenteel geleid door een partijvoorzitter uit Oost-Anatolië. Zo heeft de Arbeiderspartij (İşçi Partisi) een leider in Doğu Perinçek, geboren en getogen in Gaziantep. Overigens net als Mustafa Sarıgül, de potentievolle oprichter van de Veranderingen in Turkije Beweging, die in Erzincan geboren en getogen is. Hiervoor was Sarıgül de spil van de CHP en daarna van de DSP. Overigens wordt ook Sarıgül getypeerd als een Aleviet. Ook de Democratische Linkse Partij (Demokratik Sol Parti, oftewel DSP) heeft in Masum Türker een partijvoorzitter die geboren en getogen is in het Oost-Anatolische Mardin. Een stad met een grote gemeenschap christelijke Assyrische Turken.
Met dit in het achterhoofd wordt de bewering van sommige fanatieke groeperingen zoals de terroristenbeweging PKK, serieus ondermijnd. Volgens de PKK worden “Koerden in Turkije gediscrimineerd en achtergesteld ten faveure van de Turken”. Weer anderen, zelfs sommige politici zoals Harry van Bommel van de SP, nemen dit standpunt klakkeloos over.[2] Uiteraard zonder de feiten te weten, precies zoals het de populistische beleidsmakers van Nederland momenteel uitkomt. Want laten we wel zijn; er is in Nederland een tendens om de onderdrukte minderheid van een land bij te staan. Voor sommige separistische Koerden residerend in Nederland, is het daarom zaak om hun eigen ideologie op een subjectieve manier over te dragen aan Nederlandse politici en beleidsmakers. In dit kader worden de uitzonderingen in Turkije uitvergroot alszijnde de waarheid, terwijl het juist uitzonderingen zijn op anders een uiterst neutrale behandeling van burgers in Turkije. Elk burger in Turkije wordt, ongeacht zijn of haar afkomst en/of religieuze voorkeur, gelijk behandeld. Het voorbeeld van de politiek kan zelfs verder getrokken worden naar de muziekwereld, waar Oost-Anatolische zangers duidelijk oververtegenwoordigd worden. In dit verband is het mogelijk te verwijzen naar de meest verkochte albums in Turkije, welke al decennialang op naam van Oost-Anatolische zangers İbrahim Tatlıses (Şanlıurfa), Mahsun Kırmızıgül (Zaza uit Diyarbakır/Bingöl), Alişan (Bingöl), Latif Doğan (Adıyaman), İzzet Yıldızhan (Diyarbakır), Emrah (Diyarbakır), Hülya Avşar (Ardahan), Ahmet Kaya (Malatya), Özcan Deniz (Ağrı), Yıldız Tilbe (Ağrı/Tunceli), Berdan Mardini (Mardin/Diyarbakır), Ceylan Avcı (Tunceli), Ferhat Tunç (Tunceli) en Mahmut Tuncer (Şanlıurfa) staan.
Met deze selectie namen, die tezamen slechts een handvol voorbeelden zijn waar er nog veel meer voorbeelden mogelijk zijn, wordt het duidelijk dat Oost-Anatolische zangers (of ze nu van Koerdische komaf zijn of niet) wel degelijk een kans krijgen op dit gebied. Het voorbeeld daarvoor liet zien dat het met de politiek ook al zo was. Alhoewel sommige zangers en politici zichzelf uitsluitend als “Turks burger” voorstellen, is het in ieder geval een voorbeeld van gelijke kansen voor Turkse burgers uit Oost-Anatolië. Er zijn namelijk veel bekende personen die door hun dialect en taalgebruik gezien worden als ‘Koerdische Turken’, maar dit niet zijn. Zo is bij Mahmut Tuncer duidelijk te horen dat hij een Oost-Anatolisch dialect heeft, vaak te horen bij Koerdische Turken. Zelf heeft hij echter meermaals verklaard dat hij “Turkmeens is en alleen door toedoen van vrienden enkele woorden Koerdisch heeft geleerd.”[3] Zijn accent verklaart Tuncer als volgt: “Mijn accent is normaal in Şanlıurfa, het is helemaal geen Koerdisch accent maar een Şanlıurfa-dialect.”
Hierbij moeten meteen twee kanttekeningen opgenomen worden, niet alle Oost-Anatolische bewoners zijn van Koerdische komaf. Volgens een recente berekening zijn slechts 20-30% van de Oost-Anatolische bewoners van Koerdische komaf. Aan de andere kant worden sommige minderheden uit Oost-Anatolië door de separistische PKK bestempeld als ‘Koerdisch’, terwijl ze dit niet zijn. İbrahim Tatlıses, met een Arabische vader, is hier een mooi voorbeeld van. Ook moet er meteen benadrukt worden dat niet alle Turken van Koerdische komaf de terroristische en separistische PKK steunen.
Als laatst kunnen we naar een andere sector in Turkije kijken: de acteerscène. In Turkije is de acteursgilde ‘Beşiktaş Kültür Merkezi: Mutfak’ (afgekort tot ‘BKM: Mutfak’) zeer populair door hun televisieshow ‘Çok Güzel Hareketler Bunlar’. Van de 25 meest populaire acteurs en actrices is 1/3 afkomstig uit Oost-Anatolië (en één uit Saoedi-Arabië): Emre Canpolat (Gaziantep), Oğuzhan Koç (Erzincan) en Büşra Pekin (Saoedi-Arabië). Verder zijn Yılmaz Erdoğan, Ersin Korkut, Hamdi Kahraman, Metin Keçeci en Nazmi Karaman afkomstig uit Hakkari, alsmede trots op hun Koerdische achtergrond. Hiermee komt het aantal acteurs in de gilde die van Koerdische komaf zijn, op ongeveer 20%. Dit komt ongeveer overeen met het percentage Turken van Koerdische komaf in de Turkse bevolking met als kanttekening dat het eigenlijk een te hoog percentage is, omdat er ongeveer 7-11% Turken van Koerdische komaf zijn in Turkije.
In de drie bovengenoemde sectoren is er dus vrijwel geen sprake van achtergesteldheid van Turkse burgers met een Koerdische achtergrond. De vraag ‘Hoe kan het Koerdisch vraagstuk opgelost worden?’ kan simpel beantwoord worden met ‘Is er wel een Koerdisch vraagstuk in Turkije?’. Dat PKK-terroristen met een kunstmatig nationalisme en bevooroordeeld veralgemenisering de algemene opinie in Europa proberen te beïnvloeden heeft vrijwel niks te maken met de realiteit in Turkije.
De realiteit in Turkije laat ons namelijk zien dat Turkije al drie presidenten heeft gehad van Koerdische komaf in de personen van İsmet İnönü, Cemal Gürsel en Turgut Özal. Van deze drie sprak overigens alleen Turgut Özal openlijk hierover en zei zelfs trots te zijn op het feit dat alhoewel zijn moeder geen woord Turks sprak, hij toch kon opklimmen tot president.
Hiermee komen we meteen op het eerste kritiekpunt van critici, namelijk dat Turkije alleen kansen gunt aan Koerden die “volledig geturkificeerd zijn”. Bij Turgut Özal wordt dan het voorbeeld gegeven dat hij vloeiend Turks sprak en in 1992 een transnationale organisatie oprichtte om het Turkse bewustzijn in de verschillende Turkse republieken zoals Kazachstan, Oezbekistan, Kirgizië, Turkmenistan, Azerbeidzjan etc. te bevorderen om zo ooit een Turkse Unie te kunnen bewerkstelligen. Het is echter een drogreden om te beweren dat je alleen gelijke rechten krijgt als je de taal spreekt, dit is namelijk een noodzakelijkheid. Ook in Nederland krijgt men alleen een gelijke kans, als men ook daadwerkelijk de taal beheerst. Tenslotte kan je anders niet bijdragen aan de maatschappij.
En dat een president zoals Özal zich vereenzelvigd met Turkije en Turken is niet meer dan logisch daar hij zijn opleiding te danken heeft aan dat land. Tegelijk moet er opgemerkt worden dat de term ‘Turk’ volgens de grondwet van de Republiek Turkije niets meer is dan ‘een inwoner van de Republiek Turkije of eenieder die zich kan vinden in de cultuur van de Republiek Turkije’. Het zegt niks over etniciteit en/of ras. Het is dan ook jammer dat zulke uitspraken, veelal van PKK-sympathisanten en hun aanverwante organisaties zoals Rudaw.nl, serieus worden genomen.
Zijn er dan nu helemaal geen vooroordelen tegenover Turkse burgers met een Koerdische komaf? Die zijn er helaas wel, echter niet zo grootschalig als sommige mensen doen vermoeden. In Turkije wordt er tegen Koerden, Alevieten en linkse activisten gekeken zoals de Amerikanen ten tijde van de Koude Oorlog tegen communisten aankeken. Dit is echter grotendeels verdwenen met de opkomst van de Democratische Linkse Partij in de late jaren 1990, alsmede de beginjaren van 2000. Dat het nu veel beter gaat met de drie eerdergenoemde groepen, laten de bovenstaande voorbeelden zien. Veel politieke leiders zijn nu links georiënteerd, Alevitisch en/of van Koerdische komaf. Zelfs onder prominente Grijze Wolven van de Ülkücü Ocakları in Turkije komen er nu Alevieten en zelfs Koerden voor, iets wat ondenkbaar was in de jaren ’70 toen Grijze Wolven in Kahramanmaraş bijna 200 Alevieten aanvielen en deze onschuldigde mensen doodden.[4]
Hoe zit het dan met die vooroordelen jegens Turkse burgers van Koerdische komaf? Uiteraard zijn deze onjuist en vergelijkbaar met de onheuse vooroordelen die in Europa heersen tegen moslim-migranten zoals Turken en Marokkanen. Waar in Nederland de PVV steeds meer steun vergaart, is er in Turkije nog maar een kleine groep mensen die vooroordelen de overhand laten nemen. Dit komt vooral doordat steeds meer Turkse Koerden prominente plekken innemen in het Turkse landschap, of dit nu het politieke of het amuserende landschap is.
In het verleden was dit nog wel eens anders, toen bijvoorbeeld Turkije in het nieuws kwam met de ‘Psychopaat van Alanya’. Deze Hasan Karayavuz was verantwoordelijk voor de ontvoering van vier Nederlandse toeristen, drie vrouwen en één man. Alle vier werden ze meermaals verkracht en gewurgd, waarna ze voor dood werden achtergelaten in een ravijn. Twee overleefden het en de gebeurtenissen waren terecht aanleiding voor een groot onderzoek in Turkije. Het viel sommige Turken toen zwaar dat Karayavuz iemand van Koerdische komaf bleek en recentelijk naar de toeristische badplaats Alanya was getrokken op zoek naar een baan. Volgens veel Turken had deze “Koerdische Karayavuz” het imago van Turkije zware schade berokkend.[5] Alhoewel deze redenatie natuurlijk geen pluim verdient en duidelijk emotioneel is, geeft het wel de toenmalige denkwijze aan. Hierop aansluitend kwamen sommige, als Koerdisch bestempelde, zangers negatief in het nieuws door hun banden met de maffia, alsmede hun gebruik van vuurwapens tegen hun geliefden. Zo liet Tatlıses in 2002 zijn toenmalige vrouw Derya Tuna neerschieten, ze werd geraakt in haar been.
Dit soort incidenten werkten als katalysator in het proces van vooringenomenheid tegen Oost-Anatolische Turken van Koerdische komaf. Het tegenargument van sommige mensen dat Oost-Anatolië veel armer is dan West-Anatolië en daardoor meer te maken heeft met problemen die voortvloeien uit armoede, gaat deels op. Slechts deels, omdat uit cijfers blijkt dat Noord-Anatolië, oftewel het Zwarte Zee-gebied, er in veel gevallen slechter voorstaat op economisch gebied. Toch staan de provincies in het Zwarte Zee-gebied bekend om hun patriottisme, dit terwijl daar veel inwoners leven die van Lazische komaf zijn. Desondanks zijn deze Turken van Lazische komaf volledig geïntegreerd in de Turkse samenleving en zetten zij zich niet af tegen Ankara; ook al zijn Gümüşhane en Kastamonu armer dan menig provincie in Oost-Anatolië. Een ander groot verschil met Koerden is onder andere dat Lazen oorspronkelijk geen moslims waren en dus verder van de Osmaanse Turken afstonden. Toch is er nu een terreurprobleem met de Koerdische PKK, dit terwijl de Koerdische cultuur en religie dichter bij de Turkse cultuur staat, en niet met de van oorsprong Lazische christelijke cultuur. Het is dan ook interessant om te zien waarom het proces van nationbuilding bij de Lazen gelukt is, en bij de dichter tot de Turken staande Koerdische stammen niet.
Dit lijkt veel te maken te hebben met de leefwijze van de verschillende Koerdische stammen en hun onderlinge concurrentie. In principe bestaat er geen stereotype ‘Koerd’, de naam is een verzamelnaam voor verschillende stammen in Oost-Anatolië. Veel van die stammen zijn perfect geïntegreerd in de Turkse cultuur en in sommige gevallen geturkificeerd. Door interne strijd wilden de van oudsher vijandige stammen van een geïntegreerde en/of geturkificeerde stam, zich niet vereenzelvigen met hun aartsvijanden. Met andere woorden; stam A en stam B hadden al jarenlang strijd omdat ze als rondtrekkende groepen steeds moesten vechten voor de beste veegrond. Toen stam A langzaam integreerde in de Turkse samenleving, wilde stam B ineens niet meer integreren omdat ze dan moesten samenwerken / -leven met hun decenniaoude aartsvijanden. Stam B ontwikkelde hierop haar 'anti-stam A' denkwijze in een anti-Turkse denkwijze, omdat stam A nu tenslotte geturkificeerd was en daardoor steun ontving van de Turkse overheid.
Dit probleem hebben Lazen niet gehad, deels omdat Lazen minder te bestempelen waren als rondtrekkende nomaden en deels omdat Lazen veelal in de steden woonden. Ook de stamcultuur waarbij plunderen, rondtrekken en banditerij (opereren als bandieten) centraal staat, ontbrak bij de Lazen waardoor ze vredelievender in het leven stonden. Veel Koerdische stammen daarentegen stonden bekend om hun vechtlust; hun hele leven stond namelijk in het punt van plunderen, rondtrekken om de beste veegronden te vinden, concurrerende stammen te bevechten en banditerij.[6] Dit eeuwenoude ritueel is natuurlijk niet binnen enkele jaren te veranderen.
Met deze achtergrond is het duidelijk dat het Koerdische vraagstuk in Turkije veel verder gaat dan een onjuiste constatering dat “Koerden in Turkije achtergesteld worden”. Het vraagstuk hoort eigenlijk te gaan over hoe de cultuur van geweld in sommige Oost-Anatolische stammen gebroken kan worden, zodat er eindelijk begonnen kan worden met een vredige opbouw van de regio waar nu nog corrupte stammen de scepter zwaaien om hun smokkelroutes van Oost-Anatolië naar Syrië, Irak en İran te kunnen behouden.
Armand Sağ
11 juni 2010
© Armand Sağ 2010
|