Opleving Armeense lobby
Na een flinke dip lijkt de Armeense lobby weer een flinke agressieve houding te hebben aangenomen, ditmaal jegens jonge leerlingen en studenten. Deze opleving van de Armeense lobby lijkt alles te maken met de huidige omstandigheden.
Nadat de Armeense lobby in 2006 ervoor zorgde dat drie Nederlandse kandidaat-parlementsleden van de lijst werden geschrapt, omdat ze de gebeurtenissen van 1915 niet classificeerden alszijnde een ‘genocide’, bleef het lang rustig. De angst die deze Armeense dictatuur van de vrijheid van meningsuiting inboezemde bij parlementsleden, bleek nog lang na te dreunen. Zo slikte historicus Arend-Jan Boekestijn na zijn verkiezing tot VVD-parlementariër in 2006 zijn woorden in en erkende plots de Armeense kwestie als een ‘genocide’. Tot 2006 was hem namelijk een andere mening toegedaan:
“Volgens de Armeniërs en veel westerlingen hebben de Turken in 1915 genocide gepleegd op de (christelijke) Armeniërs in het Ottomaanse Rijk. Deze kwestie ligt zeer gevoelig in Turkije, ook omdat sommige beschuldigingen zijn gebaseerd op documenten die later vervalst bleken te zijn.
Veel Turken wijzen erop dat de Armeniërs gewoon onderdanen waren van het Ottomaanse Rijk, die in een oorlogssituatie en vaak opgestookt door de Russen streefden naar afscheiding en daarbij veel moslims om het leven brachten. Verder zou de Armeense lobby in de VS het aantal omgekomen Armeniërs overdrijven. Volgens de Turken zijn er geen 2 miljoen Armeniërs omgekomen, maar 600.000 tot 900.000. Ook zeggen zij dat er op het hoogste niveau geen vooropgezet plan bestond om de Armeniërs uit te moorden en dat daarom de aanklacht van genocide onjuist is. Wel willen zij accepteren dat de deportaties in sommige gevallen misbruikt zijn om Armeniërs af te slachten.” [1]
In: Trouw Dagblad, 4 juni 2005
“The Armenian side claims that the Ottoman government at the highest level had the intention to kill Armenians. So far, there is no such proof in the Ottoman Archives.” [2]
In: Turkish Policy Quarterly, winter 2005
Hiernaast viel het consequente gebruik van ‘De Armeense kwestie’, ‘The Armenian Question’ en ‘The so-called Armenian Genocide’ vooral op in de stukken van Boekestijn. Na 2006 waagde hij zich er echter niet meer en verwijderde zelfs deze twee stukken van zijn eigen website arendjanboekestijn.nl. Hoe fanatiek Boekestijn was over de Armeense gebeurtenissen van 1915 blijkt ook uit onderstaand citaat van één van zijn studenten:
“Ik heb het vak ‘Empire’ gevolgd van de heer Boekestijn aan de Universiteit Utrecht (vakgroep Geschiedenis). Eind 2006 sprak de heer Boekestijn openlijk in de klas (onze overige studiegenoten waren hier ook getuige van) over de Armeense genocide en ik citeer hem hierbij letterlijk: "En ja, de Armeense genocide is eigenlijk ook niet echt gebeurd hè, daar zijn nog veel vraagtekens, toch [naam van een student red.]?" Alhoewel de heer Boekestijn altijd sarcastische hoorcolleges gaf, was dit (gezien zijn toon) zeer duidelijk wel serieus bedoeld.” [3]
Universiteit Utrecht, Faculteit Letteren (later: Geesteswetenschappen), Vakgroep Geschiedenis
Vak: Empire
Locatie: Trans 10, 3512 JK te Utrecht
Periode: eind november/begin december 2006
Wie weet hoeveel andere personen gezwicht zijn voor de Armeense druk, ik neem aan dat Boekestijn niet de enige is. Maar dit succes zorgde ervoor dat de Armeense lobby na 2006 weinig tot geen druk uitoefende, ze dachten hoogstwaarschijnlijk dat hun macht hoogtij vierde. Dit bleek echter niet het geval. Al snel kwamen alle grote internationale organisaties naar voren met hun kijk op de Armeense relocatie van 1915.
De Verenigde Naties waren al bekend door hun weigering om de gebeurtenissen van 1915 officieel te bestempelen alszijnde een ‘genocide’.[4] Dit werd vooral als een grote klap ervaren omdat de Verenigde Naties de grootste internationale organisatie is en zodoende erkenning geniet van vrijwel alle landen. Maar ook de één na grootste internationale organisatie besloot in juni 2008 om de Turkse thesis ten aanzien van de Armeense kwestie als officieel standpunt te erkennen.[5] Deze Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa deelde hiermee een tweede klap uit aan de Armeense lobbyisten. Maar het werd allemaal nog erger toen de Europese Unie hun voorwaarde dat Turkije de ‘Armeense Genocide moest erkennen alvorens te kunnen toetreden tot de Europese Unie’ inslikte. Het Europees Parlement ging zelfs zo ver om te stellen dat er eerst historisch onderzoek moest plaatsvinden alvorens het ‘genocide’ te noemen.[6]
De situatie werd gedurende 2008 en 2009 grimmiger toen de ontwikkelingen zich opstapelden. Zo verloor de Armeense lobby een rechtszaak tegen Ohio-vertegenwoordigster Jean Schmidt[7] [8], werd een onderzoek van oud-president Ronald Reagan en zijn adviseur Bruce Fein openbaar gemaakt[9] en werd er een Turks-Armeens protocol ondertekend om een historisch onderzoekscommissie op te richten.[10]
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Armeense lobby zag dat ze in de verdrukking zat en nu terugslaat met een agressieve opleving van haar lobbyactiviteiten. Men kan hierbij kijken naar november 2009 toen een dertienjarige leerling in Frankrijk dat uit de klas gestuurd werd, 2 dagen geschorst werd en simpelweg gedwongen werd om een opstel te schrijven waarvan de conclusie al van te voren bekend staat, namelijk dat het “Osmaanse Rijk een genocide heeft gepleegd”.[11] Dit werd al snel opgevolgd door druk op een zestienjarige leerling uit New York om ook een opstel te schrijven over de Armeense kwestie in januari 2010. Maar daar hield het niet op; dezelfde maand werden er in Frankrijk vonnissen uitgesproken. Gemeenteraadslid Sırma Oran mocht haarzelf niet verkiesbaar stellen omdat ze de gebeurtenissen niet bestempelde als een ‘genocide’[12] en geschiedenisstudent Maxime Gauin werd meermaals bedreigd en beledigd omdat hij van mening was dat 1915 niet te classificeren was als een ‘genocide’.[13] Zwitserland deed met de veroordeling van drie Zwitsers en één Turkse politicus wegens ‘genocide-ontkenning’ ook niet onder voor de Armeense lobby.[14]
Maar ook in Nederland kreeg de Armeense lobby het voor elkaar om twee succesjes te boeken rond de jaarwisseling van 2009/2010. Zo werd een Nederlands-Turks fotomodel in januari 2010 niet aangenomen voor een fotosessie van Bacardi (volgens het castingbureau een ‘Armeens drankje’) om “etnische redenen, het botert niet tussen Turkije en Armenië. Daarom heeft de klant (een Armeniër red.) specifiek gezegd geen Turkse mensen te willen boeken.”[15] Hiernaast was er in december 2009 en januari 2010 ook wat commotie rondom hoofdredacteur Joshua Livestro van het digitale nieuwsportaal De Dagelijkse Standaard, die meldde dat “het ontkennend schrijven over de Armeense genocide politiek levensgevaarlijk is, kijk maar naar 2006 en 2009 toen kandidaten van de verkiezinglijst werden gehaald.” Een blogger werd daarbij op de vingers getikt: “Kap met die verhalen over de Armeense genocide.”
De angst die als een rode draad door Joshua Livestro’s woorden liep, lijkt illustratief te zijn voor de kracht van de Armeense lobby, die agressiever en fanatieker lijkt te zijn dan de jaren hiervoor.
Armand Sağ
9 maart 2010
© Armand Sağ 2010
|