Turkije en Cyprus
Bij de kwestie Cyprus heeft Turkije veel water bij de wijn gedaan om tot een oplossing te komen, denk bijvoorbeeld aan de openstelling van een haven en vliegveld.[1]
Het is alleen moeilijk om hierin verder te gaan voor Turkije omdat het volgens veel Turken gaat om eenrichtingsverkeer. Turks-Cyprus stemde namelijk voor het referendum dat opgesteld was door Kofi Annan van de VN (in 2004). Het ging daar ook om ruime cijfers: 64.9% van de Turks-Cyprioten zei “ja” tegen hereniging met Grieks-Cyprus. Slechts 35.1% zei “nee”, terwijl de opkomst historisch hoog was met 87%. Hierdoor kreeg Turks-Cyprus de belofte dat ze beloond zouden worden met de opheffing van het internationale embargo. Echter, vijf jaar na dato is het nog steeds niet opgeheven. Grieks-Cyprus zou bij instemming met het VN-plan toegelaten worden tot de EU; ze stemden desalniettemin tegen met flinke cijfers: slechts 24.2% zei “ja” en een overweldigende 75.8% zei “nee” (de opkomst was 88%).[2]
Na druk van Griekenland (ze wilden hun veto-recht gebruiken om de negen andere nieuwe EU-leden te weren) werd Grieks-Cyprus toch lid van de EU. Dit was geheel tegen de afspraken in natuurlijk, maar ook daarna deed Turkije nog water bij de wijn als teken van goed gebaar: vijf grensovergangen zijn al geopend door de Turks-Cyprioten[3] gedurende 2007 en in 2008 is de belangrijkste scheidingsmuur in Nicosia geopend door Turks-Cyprioten.[4]
Los daarvan herhaalde de Turkse minister van Buitenlandse Zaken Ahmet Davutoğlu tijdens zijn bezoek aan Nederland zijn belofte: “als de EU zijn eerdere belofte van 2004 alsnog nakomt en het embargo opheft, dan zullen wij dezelfde dag nog al onze havens en luchthavens openstellen.”
Overigens zitten de (grotendeels geheime) gesprekken tussen Turks- en Grieks-Cyprioten al in de tweede fase, vooral onder druk van Turkije.[5]
Dus ook hier bepaalt het “geen-vijanden”-beleid van Turkije de agenda ten opzichte van Cyprus.
Armand Sağ
18 oktober 2009
© Armand Sağ 2009
|