Turkije en Nabucco
Met het Nabucco-project heeft Turkije haar eerste internationale multilaterale overeenkomst in jaren tot een goed eind gebracht, veel experts verwachten nu dat Turkije door dit project eindelijk haar Centraalaziatische ambities kan waarmaken[1]. Maar hier blijft het niet bij, naast de geopolitieke winst die Turkije hoopt te boeken, zal er ook een simpele economische winst zijn. Naar schatting zal Turkije op jaarlijkse basis ongeveer 450 miljoen euro[2] winst ontvangen voor het gebruik van Nabucco. Hier komt nog de jaarlijkse profijt van andere energieprojecten zoals de Turks-Russische ‘South Stream ’[3] en de Turks-Azerbeidzjaanse ‘Baku-Tbilisi-Ceyhan Oliepijpleiding ’[4]. Om de Roemeens-Turkse samenwerking[5] en de Turkse Zwarte Zee-projecten[6] die ook dankzij Nabucco verder uitgebreid wordt niet te vergeten.
Voor Europa heeft Nabucco een ander doeleind, door de aanleg van het 3300 kilometer lange pijpleiding zal Europa niet langer afhankelijk[7] zijn van Rusland voor haar energie. De pijpleiding zal namelijk voornamelijk gevuld worden door de vrij nieuwe staten Azerbeidzjan en Turkmenistan. Hiermee zal ook de machtspositie van Rusland uitgehold worden, omdat beide landen nog steeds in de Russische invloedssfeer verkeren. Met de aanleg van de Nabucco-pijpleiding zullen deze landen uit de Russische ijzeren grip geraken. Turkije hoopt hiermee haar culturele en linguïstische verwanten (Azerbeidzjanen, Turkmenen en Turken spreken een gelijkende taal, vergelijkbaar met Nederlands en Vlaams) sterker naar zich toe te trekken om zo een nieuw machtsblok in Centraal Azië te kunnen vormen.
Het is dan ook niet toevallig dat Turkmenistan, net als Turkije, momenteel rijzende is in de regionale machtsverhoudingen van Centraal Azië. Dit gebeurt overigens op een gelijkende manier zoals de Turken dat hebben gedaan. Turkije begon haar regionale machtspositie namelijk ook door een waterproject[8], waardoor de overige landen in de regio afhankelijk van haar werden voor de toevoer van water[9]. Turkije weigert op dit moment meer water naar Irak en Syrië door te sluizen, het geeft ze precies genoeg. Om eventueel meer water te kunnen ontvangen, zal het in de nabije toekomst een diplomatieke wederdienst kunnen verzoeken. Turkije kan dit doen omdat vrijwel alle Middenoosterse rivieren hun bron in Anatolië hebben. Turkmenistan[10] doet dit dunnetjes over ten opzichte van Oezbekistan in Centraal Azië. Ook de vele aardgasbronnen die Turkmenistan rijk is, dragen bij aan het Turkmeense succes. Een Turkmeens-Chinees aardgasleiding[11] staat bijvoorbeeld in de kinderschoenen, maar zal vrijwel zeker aangelegd worden.
Met Nabucco probeert Turkije ook haar macht in Irak uit te breiden om zodoende ook de gas-[12] en olievelden[13] aldaar te kunnen bereiken. Hiervoor schroomt Turkije niet terug om samen te werken met de Koerden in Irak, om zo ook te profiteren van de olievelden[14] in het autonome Noord-Irakese Koerdistan. Maar het grootste succes[15] lijkt Turkije te boeken met hun noordelijke buurland Azerbeidzjan[16]. Azerbeidzjan is het dichtstbijzijnde Turkstalige land van Turkije, via Azerbeidzjan zou een Kaspische pijpleiding naar de twee grootste Turkstalige landen Kazachstan en Turkmenistan tot de mogelijkheden behoren.
Een eventueel andere mogelijkheid om de banden met de Turkstalige landen in Centraal Azië aan te halen, is de kennis van waterexploitatie te gebruiken als bindmiddel. Tenslotte is Turkije de kern van alle Anatolische en Middenoosterse rivieren en heeft het door middel van damwerken hier immens van geprofiteerd[17]. Deze kennis en ervaring zou men nu kunnen implementeren in Centraal Azië[18] (het betreft hier vooral de Turkstalige landen Kirgizië, Kazachstan, Oezbekistan, Turkmenistan en in mindere mate Tajikistan), waar men door slecht onderhouden irrigatiesystemen in grote problemen is gekomen wat betreft de agricultuur.
De welwillendheid van deze landen om mee te werken aan een Turks-georiënteerd samenwerkingsverband zou verklaard kunnen worden aan de hand van enkele factoren. Ten eerste lijkt het nationalisme (of Pan-Turkisme) een rol te spelen, veel Turkse of Turkstalige groepen prefereren een Turkstalige unie van culturele en linguïstische landen. Maar het feit dat de voormalige sovjetstaten nu eindelijk eens verlost willen raken van de Russische invloed in hun land en daartoe het nieuwe, frisse, economisch opkomende Turkije gebruiken, zal niemand verbazen. Turkije lijkt hier ook geen moeite mee te hebben, omdat het sterk gelooft in de eigen economie en ook het volste vertrouwen heeft dat de culturele en linguïstische band tussen de landen verder uitgebreid kan worden. De Turkse economie maakt inderdaad grote sprongen, zo is de economische groei tussen 3 januari 2005 en 27 november 2009 maar liefst +25,8%[19].
De Turkse economie en cultuur wordt nog altijd als een voorbeeld gezien in de overige Turkstalige landen, dit is ook niet geheel onterecht. Op economisch gebied staat Turkije er verreweg het best voor, vooral met de recente ontwikkelingen. Zo is de Turkse inflatie het laagst in de laatste 39 jaar[20], een grootse prestatie aldus economische experts.
Maar niet alleen Centraal Azië behoort tot de mogelijkheden; nieuwe afzetmarkten zoals Costa Rica[21] maar ook de olierijke Arabische staatjes staan klaar om te flirten met het nieuwe opkomende Turkije. Zo heeft Katar[22] al voorgesteld een gaspijpleiding aan te leggen tussen beide landen en wordt dit voorstel momenteel intensief besproken. Turkije is zich ervan bewust dat de islamitische wereld momenteel opkijkt naar Ankara, in dat kader profileert Turkije zich ook als onafhankelijke derde om problemen tussen het oosten en het westen op te lossen. Zo heeft Turkije onlangs bekend gemaakt dat het bereid zou zijn om Iraans uranium[23] op Turks grondgebied te bewaren, om zo de Iraans-Amerikaanse impasse over de eventuele ontwikkeling van nucleaire wapens weer op de been te helpen.
Zo blijkt dat Turkije zich steeds meer en meer wil opwerpen als de regionale politiemacht, een rol die het eigenlijk al jaren ambieerde maar nu pas kan realiseren door haar groeiende economische kracht.
Armand Sağ
29 november 2009
© Armand Sağ 2009
|